Spraakstoornissen

Stotteren

Iedereen heeft wel eens het gevoel onvloeiend te spreken. Dat klopt ook! Niemand kan altijd en volledig vloeiend spreken. Vaak gaan we dan woorden herhalen, zinsdelen herhalen, (stille of opgevulde) pauzes inlassen. Hierbij spreken we over normale onvloeiendheden, die iedereen wel eens heeft. Belangrijk om over normale onvloeiendheden te kunnen spreken is dat de eenheid van de woorden niet doorbroken wordt en dat er geen gevoel van controleverlies optreedt.
Wanneer dit toch gebeurt, spreken we over stotteren. Woorden worden dus onderbroken en men gaat eveneens het gevoel hebben dat er geen controle meer is over de spraak. De motorische planning verloopt dus anders dan de eigenlijke uitvoering. Het onderbreken van woorden gebeurt door het produceren van ‘herhalingen’, ‘verlengingen’ en ‘blokkeringen’ Vb. te-te-telefoon of vvvvvandaag of d. insdag
Deze stottermomenten gaan vaak gepaard met bijkomende gedragingen en negatieve emoties.
Wanneer er therapie opgestart wordt i.f.v stotteren, worden de ouders uitgenodigd tot het volgen van een oudercursus. Op deze manier wordt het succes van de therapie vergroot.

 

Stemstoornissen

Bij de stemstoornissen kunnen we 2 groepen onderscheiden: de functionele stemstoornissen en de organische stemstoornissen.

Functionele stemstoornissen (stemgedragingen):
Bij de functionele stemstoornissen worden bij het NKO onderzoek geen letsels op de stembanden waargenomen. Ondanks dat er geen letsels waar te nemen zijn, worden er toch moeilijkheden met betrekking tot de stem ervaren vb.: heesheid, ruwheid,... Deze symptomen ontstaan ten gevolge van verkeerd stemgebruik en/of stemmisbruik (bv. keelschrapen, veelvuldig hoesten, roepen, ..) en kunnen uiteindelijk resulteren in een organische stemstoornis.

Organische stemstoornissen:
Bij de organische stemstoornissen worden er bij het NKO onderzoek wel letsels waargenomen ter hoogte van de stembanden. Zo is het mogelijk dat er zich een knobbeltje (noduli) bevindt op de wand van de stemband waardoor de stembanden niet goed meer kunnen sluiten. We spreken hier dus hoofdzakelijk van een medisch probleem. Toch kan advies en raad van een logopedist hulp bieden omdat deze stoornissen vaak gepaard gaan met heesheid en soms afonie (onvermogen om stemgeluid te produceren). Andere voorbeelden van organische stemstoornissen zijn stembandverlamming, stembandpoliepen, strottenhoofdkanker, ...

 

Articulatiestoornissen

Hierbij kunnen we 2 groepen onderscheiden: de fonetische articulatiestoornis en de fonologische articulatiestoornis.

Fonetische articulatiestoornis:
Bij een fonetische articulatiestoornis zijn kinderen niet in staat om de correcte spraakklank te produceren, of gaan ze deze op een incorrecte manier verwezelijken. Vaak gaat men deze spraakklank dan weglaten, vervangen, vervormen of een extra spraakklank toevoegen.

Fonologische articulatiestoornis
Bij een fonologische articulatiestoornis is het kind wel in staat om de correcte spraakklank te produceren. Wanneer deze verschillende spraakklanken gecombineerd worden tot woorden, zinnen, … gaan ze hun spraak vereenvoudigen, wat ervoor kan zorgen dat deze kinderen eveneens onverstaanbaar gaan spreken. Zo kunnen ze klanken weglaten in medeklinkerverbindingen, de /t/ en de /k/ verwisselen, … Het gaat hier dus eerder om vereenvoudigingen.

 
Neurogene stoornissen

Apraxie van de spraak

Apraxie is een spraakstoornis ten gevolge van een hersenletsel. De spraakmoeilijkheden ontstaan door moeilijkheden bij het willekeurig programmeren van spraakklanken en de opeenvolging ervan.

 

Dysartrie

Dysartrie is een neurogene spraakstoornis, vaak ten gevolge van een hersenletsel. De spraakstoornis ontstaat door stoornissen in de spiercontrole (zwakte, traagheid, incoördinatie). De meest voorkomende problemen situeren zich in de ademhaling, stemgeving, resonantie, articulatie en prosodie.

 

Afasie

Afasie is een stoornis in het interpreteren en formuleren van taal, ten gevolge van een hersenletsel. De mogelijke symptomen zijn niet in overeenstemming met de andere intellectuele functies en zijn niet toe te schrijven aan dementie, sensorieel gehoorverlies of motorische dysfuncties. Een afatische stoornis kan zich uiten in een verminderd taalbegrip, vermindering van de beschikbare woordenschat, vermindering van het gebruik van syntactische regels, …

 

Dysfagie/ slikstoornissen

Een slikstoornis kan beschouwd worden als elke moeilijkheid, elk probleem, elke storing welke zich voordoet tijdens het slikken. Dit ongeacht de ernst van de stoornis, de fase van het slikken waarin deze stoornis zich voordoet (orale fase, faryngeale fase, oesophageale fase) en ongeacht het ziektebeeld als ethiologie.

Wanneer moet je denken aan dysfagie?

  • Telkens men herhaaldelijk moet slikken
  • Veelvuldig hoesten, proesten en verslikken
  • Abnormale hese stem met uitgesproken kuchdrang
  • Kwijlen, al dan niet tijdens de maaltijd
  • Langzamer eten, maaltijd duurt opvallend langer
  • De mond wordt niet volledig vrijgemaakt, er blijven etensresten achter
  • Eten is erg vermoeiend
  • Er treedt gewichtsvermindering op

 

Taalstoornissen

Men spreekt van een taalstoornis wanneer de taalontwikkeling van een kind beduidend achter blijft. De problemen kunnen betrekking hebben op de taalvorm, de taalinhoud en het taalgebruik. Alsook kunnen de taalproductie en het taalbegrip onvoldoende zijn.

 

Leerstoornissen

Met leerstoornissen worden de lees-, schrijf-, en rekenmoeilijkheden bedoeld (dyslexie, dysorthografie en dyscalculie). Wanneer er een half jaar intensieve therapie gevolgd is, kan er (in overleg met het CLB, leerkracht, …) een beslissing genomen worden of er al dan niet sprake is van een leerstoornis.
Wanneer er sprake is van een hardnekkige leerstoornis, zal er gezocht worden naar compenserende maatregelen op maat van het kind.

 

OMFT : Oro-myofunctionele-therapie

De vormgeving van de mond en de stand van de tanden en kiezen worden voor een groot deel bepaald door de functie van de spieren in en om de mond. Afwijkende mondgewoonten kunnen het evenwicht tussen die spieren onderling verstoren. Denk aan foutieve slikgewoonten, mondademen, duimen, vingerzuigen, lispelen of slissen. Oro-myofunctionele therapie (OMFT) is een oefentherapie die gericht is op het herstellen van een verstoord evenwicht in het functioneren van de spieren in en om de mond.

 

Eet en drinkprobleem

De behandeling van eet- en drinkproblemen bij kinderen valt onder preverbale logopedie: logopedie voordat het spreken begint.

In de loop van het eerste levensjaar leert uw kind allerlei verschillende soorten voedsel eten en drinken. Dit hoeft niet altijd vanzelf te gaan. Het kan zijn dat uw kind niet goed kan eten en/of drinken door een medisch probleem. Ook kan het zijn dat hij/zij niet wil of durft eten door negatieve ervaringen.

Een preverbaal logopedist begeleidt en adviseert hierbij en behandelt indien nodig.